vrijdag 13 maart 2015

Definitief programma concept

Titel, genre, doel en doelgroep
Ons programma heeft de titel: ‘De derde man: spraakmakende televisie’. Het is een wekelijks terugkerend programma over taalgebruik. Deze aflevering heeft als hoofdonderwerp de modernisering van de Nederlandse taal. Hoe wordt taal gebruikt tegenwoordig in Nederland en welke problemen of discussies spelen er?
De volgende quote van de website van de UvA verduidelijkt wat taalwetenschap inhoudt: “Als taalwetenschapper wil je weten hoe taal en spraak functioneren, wat mensen ermee doen en welke invloed taal en spraak hebben op het maatschappelijk leven. Daarom onderzoek je ook de sociale en psychologische factoren die daarbij een rol spelen” (UvA, taalwetenschap).
Het doel van het programma is om taalwetenschap onder de interesse te brengen bij het publiek.
Het programma richt zich op jongeren en is vlot en levendig. We willen een programma maken dat zowel leerzaam als leuk om te kijken is. Het is een talkshow dat zich vooral afspeelt in een studio-setting.

Essentie
De essentie ons programma in een aantal zinnen: een programma over taal, communicatie en alles wat erbij komt kijken. Het heet ‘de derde man’, naar het spreekwoord: ‘De derde man brengt de spraak aan’. Drie personen hebben een gemakkelijker gesprek dan twee. Elke week is er een tafelheer die er de gehele uitzending bij is. Door de uitzending heen schuift er steeds een tweede gast aan. De presentator is de derde man.
Deze aflevering van ‘De derde man: spraakmakende televisie’ gaat over de modernisering van de Nederlandse taal.

Inhoud
Bij dit onderwerp gaan we kijken naar verschillende deelonderwerpen, waaronder verengelsing van de taal, internettaal en beeldspraak. De gespreksonderwerpen in de studio sluiten aan bij de onderwerpen van de reportages.
We zitten daarbij te denken aan gasten zoals een taalwetenschapper, bijvoorbeeld Sterre Leufkens, die op een interessante manier iets kan vertellen over taal. Het lijkt  ons ook leuk om de winnaar van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal, de 21-jarige Randy van Halen, uit te nodigen. Daarnaast willen we iemand uitnodigen die op een speelse manier omgaat met taal, zoals bijvoorbeeld een rapper of cabaretier. We zitten te denken aan de artiest Typhoon, iemand van De Jeugd van Tegenwoordig of een kandidaat van de Beste Singer Songwriter. Een andere opties voor gasten zijn Wim Daniels, Arjen Lubach, Paulien Cornelisse en Raoul Heertje. We hebben al deze opties inmiddels benaderd. Tijdens de verschillende onderdelen in de studio, wisselen we af en toe van gasten rond de tafel.

Reportages
Het programma begint met het onderwerp beeldspraak. Naar aanleiding van Paarse krokodillentranen willen wij een reportage maken over de spreekwoorden van de Nederlandse taal. Oude spreekwoorden lijken uit te sterven, is dit zo of kennen mensen de spreekwoorden nog? We willen op straat de gewone Nederlander ondervragen over zijn/haar kennis van de Nederlandse spreekwoorden. Als uit de reportage blijkt dat deze kennis ondermaats is, kunnen we inhaken op dat waar Paarse krokodillentranen mee bezig is. In onze reportage kunnen we hun interviewen over wat zij aan het doen zijn: het beschermen van Nederlandse spreekwoorden door oude in nieuwe om te zetten. De reportage begint met een introductie aan de hand van een animatie. Hiervoor hebben wij verschillende voorbeelden gevonden en wij zijn van plan om iets soortgelijks te maken als introductie voor onze reportage. Tijdens deze animatie zullen wij de reportage inleiden. Deze inleiding zal iets weghebben van: “Spreekwoorden bestaan al heel lang, maar de taal en de tijd waarin we leven veranderen continue. Sommige spreekwoorden zijn hierdoor niet meer van toepassing op de huidige cultuur. Kunnen mensen vandaag de dag oude spreekwoorden nog wel begrijpen?”
Dit vormt een bruggetje naar het tweede onderdeel van onze reportage: in het tweede deel zullen wij mensen op straat gaan vragen naar oude spreekwoorden. Wij leggen deze mensen de spreekwoorden voor, en vragen of zij ze herkennen en of ze weten wat ze betekenen. Wij sluiten dit deel dan af met een voice-over of een stukje presentatie, waarbij het er op neer zal komen dat oude spreekwoorden bijna niet meer herkend worden. Dit slaat daarmee een bruggetje naar het derde deel van de reportage.
Het derde deel zal een interview zijn met de oprichters van Paarse Krokodillentranen. Zij steken oude spreekwoorden in een nieuw jasje, waardoor zij goed de modernisering van de Nederlandse taal en spreekwoorden laten zien. Dit deel zal het grootste onderdeel van de reportage worden.
Het laatste deel van de reportage zal een hele korte afsluiting zijn, ook weer door middel van een eerdergenoemde animatie.
Gasten voor deze reportage en voor in de studio zijn: iemand van de makers van Paarse Krokodillentranen, Van Dale, Typhoon, Ed van Eeden, Lucky Fonz III en Faberyayo.
Na de reportage zullen we in de studio een discussie voeren over dit onderwerp, onder andere met iemand van Van Dale. Als deze discussie tegen het einde aan loopt kunnen we een bruggetje leggen naar woorden uit de internettaal en straattaal die ook steeds vaker hun weg de Nederlandse taal in vinden. Dit kan dan een inleiding zijn naar de volgende reportage.

Het tweede onderwerp is dan dat van de internettaal. De reportage zal gaan over de invloed van internettaal (social media) op ons alledaagse taalgebruik. Binnenkort wordt het evenement Veed gehouden in de Westergasfabriek in Amsterdam. Hier komen bekende YouTubers en hun fans bij elkaar en worden onderling awards uitgereikt voor de beste YouTubers.
De reportage zal beginnen met een compilatie van stukjes uit YouTube video’s waarin internettaal gebruikt wordt.
Daarna volgt een interview van Marc van Oostendorp. Marc van Oostendorp is onderzoeker aan het Meertens Instituut en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Hij heeft veel geschreven over onder andere internettaal. In zijn artikel ‘Veranderen nieuwe media de taal?’ schrijft hij dat we social media geheel niet als bedreiging moeten zien op de Nederlandse taal. Hij zegt bijvoorbeeld dat op Twitter vaak helemaal geen afkortingen worden gebruikt en jongeren juist letten op hun taalgebruik, omdat het een openbaar platform is. Bovendien hebben jongeren zich altijd al onderscheiden van andere bevolkingsgroepen in het taalgebruik. Jongerentaal is alleen tegenwoordig meer zichtbaar door het internet.
We vragen hem in de reportage wat internettaal is en of hij denkt dat social media en de internettaal die zich op de online platformen ontwikkelt, invloed hebben op de Nederlandse taal. We zullen hem ook specifiek vragen naar YouTube en de invloed daarvan. Inmiddels is al contact gelegd met Van Oostendorp en hij heeft gezegd graag mee te werken.
Daarna zal aan een bekende Youtuber (wellicht Sophie) de vraag gesteld worden of zij internettaal gebruiken om hun (vaak jonge) doelgroep aan te spreken. Denken de YouTubers invloed te hebben op hun fans? Algemener natuurlijk ook: wat houdt het evenement Veed in? Wat gaan zij daar doen?
Ten slotte komt er nog een docent Nederlands aan het woord. Welke invloed hebben social media op het taalgebruik en op de leerprestaties van middelbare scholieren? Er is een brug te maken tussen dit item en het volgende, omdat er in de omgeving van computertaal en social media vaak Engels wordt gebruikt in plaats van Nederlands.

In de Nederlandse taal worden steeds meer Engelse leenwoorden. De verengelsing komt regelmatig voor in het nieuws, het gaat dan vooral om verengelsing van veelgebruikte woorden zoals kids in plaats van kinderen. Stichting Nederlands laat op hun website zien dat zij zich hier ernstig zorgen over te maken en komen met een uitgebreide argumentatie. In de Nederlandse taal zoals hierboven besproken worden veel Engelse woorden gebruikt: dit wordt het anglicisme genoemd. Naast deze verengelsing gebruiken we veel Engelse woorden op een Nederlandse manier. Deze woorden worden tot een werkwoord vervoegd op de Nederlandse grammatica wijze. Een voorbeeld hiervan is het woord "adapteren". Het wordt nu in het Nederlands gebruikt, maar het woord komt oorspronkelijk uit de Engelse taal. Dit fenomeen wordt lexicologie genoemd; verandering van de taal door vermenging van leenwoorden. Sociolinguïstiek kan ons helpen bij het bespreken van het fenomeen anglicisme.
In deze reportage willen wij een evenwichtig beeld schetsen van zowel burgers en wetenschappers wie tegen (Jan Rouwkens) en “voor” (Ad Backus) het anglicisme zijn. Is het fenomeen wel zo onschuldig? Komt het echt meer voor dat tien jaar geleden en zijn Engelse woorden of geheel Engelse colleges slecht voor het onderwijs aan de universiteit?
Het vak Media, tijd en ruimte, ofwel Media, Time and Space wordt in het Engels gegeven aan Nederlandse studenten, door zowel een Amerikaanse als Nederlandse docent. Waarom eigenlijk? Wat vinden de studenten ervan? Een aantal shots van de gevulde collegezaal waar docent dhr. Niels van Doorn college geeft introduceert de reportage. In de pauze of na het college vragen we studenten: Wat vind je van de Engelse taal op de universiteit? Voegt het toe aan je opleiding? Zou het beter zijn als de docent daadwerkelijk Engels was, of volg je de les liever in het Nederlands? Na de antwoorden vragen we een wetenschapper om uitleg over het gebruik van het Engels als voertaal. Na de introductie interviewen we taalkundigen die zowel voor als tegen het anglicisme zijn.
Conclusie van de reportage: het valt eigenlijk wel mee met de hoeveelheid Engelse leenwoorden en verengelsing in het Nederlands. Taal is namelijk geen nul-som.
Terug in de studio gaan we “verengelsde” woorden terug vertalen naar het Nederlands, zoals ‘Wat de neuk?’. Het is ‘hip’ om Nederlandse spreekwoorden naar het Engels te vertalen, zoals “make that the cat wise” (FaceBook) en “I always get my sin”.

Art-direction/vormgeving
Wat betreft de art-direction gaan we zo veel mogelijk voor een lichte, open sfeer. Er is een grote houten tafel, geen bank, waar de gasten plaats kunnen nemen. Dit nodigt uit tot interactie en discussie tussen de gasten onderling, niet alleen een dialoog tussen een gast en de presentator. Er hangen schermen waarop de reportages afgespeeld worden. Binnen de reportages gebruiken we bij iedere reportage ook dezelfde art-direction, met name in de bijschriften bij de verschillende personen (naam: beroep/titel). Naomi werkt aan een huisstijl, met een vast lettertype, kleurenpatroon en logo.

Line-up
Het programma zou als volgt opgebouwd kunnen worden:
Introductie van het programma door presentator. Vertelt kort over modernisering van Nederlandse taal
Leader (animatie met uitleg titel derde man)
Studio: introductie tafelheer, inleiding reportage
Reportage beeldspraak
Introduceren eerste gast (Van Dale/spreekwoordenboek)
Discussie in de studio over verdwijnen van spreekwoorden en hoe nieuwe woorden worden toegevoegd met iemand Van Dale/spreekwoordenboek.
Introductie reportage internettaal
Reportage over internettaal
Terug in de studio een korte discussie over internettaal
Reportage over verengelsing
Discussie verengelsing
In studio een dictee met deze week Engelse leenwoorden en internetwoorden die opgenomen zijn in het woordenboek
Kort fragment ter afsluiting

Nog te verrichten onderzoek
Elke subgroep zal continu meer research doen, om goed voorbereid de interviews in te gaan. Dit is vooral research naar de personen die geïnterviewd zullen worden, maar ook research naar het onderwerp in het algemeen.

Planning met deadlines
De reportages moeten uiterlijk de laatste week van maart af zijn, want de presentatie ervan is op 31 maart. We gaan alles de komende twee weken filmen en vervolgens gelijk monteren. De bumpers en leader worden in de eerste week van april afgemaakt. Hierna werken we toe naar de opname en maken we het draaiboek. Dit vindt plaats tussen begin april en 19 mei (de opnamedag).

Schatting begroting
In de studio zijn bepaalde dingen nodig, waaronder een tafel, stoelen en bekleding. Hiervoor moet het budget gebruikt worden. We hebben een totaalbudget van €390.