woensdag 18 maart 2015

Groep 6C druk bezig met de reportage vanmiddag!
Na het interview met voorzitter van Stichting Nederlands Jan Roukens gelijk de montageruimte in op te spotten
We kregen zelfs 3 exemplaren van het boekje Funshoppen in het Nederlands: woordenlijst onnodig Engels mee!

zaterdag 14 maart 2015

Functieverdeling voor en in de studio

Afgelopen vrijdag zijn we met zijn allen de studio in geweest, waarbij we de verschillende functies in de studio uitgelegd kregen. Wij moesten daarna ook de functies verdelen onder de leden van de groep. Dit is het geworden:

Productieleiding: Laurens
Productieassistentie/set-fotograaf: Camille
Eindredactie: Lieke
Presentatie: Milan
Regie: Dmitri
Regieassistentie: Sascha
Schakeltechnicus: Mintsje
Videomixer: Celeste
Geluidmixer: Jasmijn
Opnameleiding: Vera
Camera 1: Naomi
Camera 2: Lotje
Camera 3: Adrian

Ook de voorbereiding op de studio-opnames vergt veel werk, waarvoor de groep ook in subgroepen is ingedeeld:
Subgroep X (verantwoordelijk voor decor, set-dressing en een teaser/reclame): Vera, Lotje, Mintsje en Jasmijn
Subgroep Y (verantwoordelijk voor de bumpers, leaders en graphics): Naomi, Camille, Celeste en Adrian
Subgroep Z (verantwoordelijk voor de situaties in de studio; zoals optreden, interview en discussie): Milan, Lieke, Laurens, Sascha en Dmitri

vrijdag 13 maart 2015

Definitief programma concept

Titel, genre, doel en doelgroep
Ons programma heeft de titel: ‘De derde man: spraakmakende televisie’. Het is een wekelijks terugkerend programma over taalgebruik. Deze aflevering heeft als hoofdonderwerp de modernisering van de Nederlandse taal. Hoe wordt taal gebruikt tegenwoordig in Nederland en welke problemen of discussies spelen er?
De volgende quote van de website van de UvA verduidelijkt wat taalwetenschap inhoudt: “Als taalwetenschapper wil je weten hoe taal en spraak functioneren, wat mensen ermee doen en welke invloed taal en spraak hebben op het maatschappelijk leven. Daarom onderzoek je ook de sociale en psychologische factoren die daarbij een rol spelen” (UvA, taalwetenschap).
Het doel van het programma is om taalwetenschap onder de interesse te brengen bij het publiek.
Het programma richt zich op jongeren en is vlot en levendig. We willen een programma maken dat zowel leerzaam als leuk om te kijken is. Het is een talkshow dat zich vooral afspeelt in een studio-setting.

Essentie
De essentie ons programma in een aantal zinnen: een programma over taal, communicatie en alles wat erbij komt kijken. Het heet ‘de derde man’, naar het spreekwoord: ‘De derde man brengt de spraak aan’. Drie personen hebben een gemakkelijker gesprek dan twee. Elke week is er een tafelheer die er de gehele uitzending bij is. Door de uitzending heen schuift er steeds een tweede gast aan. De presentator is de derde man.
Deze aflevering van ‘De derde man: spraakmakende televisie’ gaat over de modernisering van de Nederlandse taal.

Inhoud
Bij dit onderwerp gaan we kijken naar verschillende deelonderwerpen, waaronder verengelsing van de taal, internettaal en beeldspraak. De gespreksonderwerpen in de studio sluiten aan bij de onderwerpen van de reportages.
We zitten daarbij te denken aan gasten zoals een taalwetenschapper, bijvoorbeeld Sterre Leufkens, die op een interessante manier iets kan vertellen over taal. Het lijkt  ons ook leuk om de winnaar van Het Groot Dictee der Nederlandse Taal, de 21-jarige Randy van Halen, uit te nodigen. Daarnaast willen we iemand uitnodigen die op een speelse manier omgaat met taal, zoals bijvoorbeeld een rapper of cabaretier. We zitten te denken aan de artiest Typhoon, iemand van De Jeugd van Tegenwoordig of een kandidaat van de Beste Singer Songwriter. Een andere opties voor gasten zijn Wim Daniels, Arjen Lubach, Paulien Cornelisse en Raoul Heertje. We hebben al deze opties inmiddels benaderd. Tijdens de verschillende onderdelen in de studio, wisselen we af en toe van gasten rond de tafel.

Reportages
Het programma begint met het onderwerp beeldspraak. Naar aanleiding van Paarse krokodillentranen willen wij een reportage maken over de spreekwoorden van de Nederlandse taal. Oude spreekwoorden lijken uit te sterven, is dit zo of kennen mensen de spreekwoorden nog? We willen op straat de gewone Nederlander ondervragen over zijn/haar kennis van de Nederlandse spreekwoorden. Als uit de reportage blijkt dat deze kennis ondermaats is, kunnen we inhaken op dat waar Paarse krokodillentranen mee bezig is. In onze reportage kunnen we hun interviewen over wat zij aan het doen zijn: het beschermen van Nederlandse spreekwoorden door oude in nieuwe om te zetten. De reportage begint met een introductie aan de hand van een animatie. Hiervoor hebben wij verschillende voorbeelden gevonden en wij zijn van plan om iets soortgelijks te maken als introductie voor onze reportage. Tijdens deze animatie zullen wij de reportage inleiden. Deze inleiding zal iets weghebben van: “Spreekwoorden bestaan al heel lang, maar de taal en de tijd waarin we leven veranderen continue. Sommige spreekwoorden zijn hierdoor niet meer van toepassing op de huidige cultuur. Kunnen mensen vandaag de dag oude spreekwoorden nog wel begrijpen?”
Dit vormt een bruggetje naar het tweede onderdeel van onze reportage: in het tweede deel zullen wij mensen op straat gaan vragen naar oude spreekwoorden. Wij leggen deze mensen de spreekwoorden voor, en vragen of zij ze herkennen en of ze weten wat ze betekenen. Wij sluiten dit deel dan af met een voice-over of een stukje presentatie, waarbij het er op neer zal komen dat oude spreekwoorden bijna niet meer herkend worden. Dit slaat daarmee een bruggetje naar het derde deel van de reportage.
Het derde deel zal een interview zijn met de oprichters van Paarse Krokodillentranen. Zij steken oude spreekwoorden in een nieuw jasje, waardoor zij goed de modernisering van de Nederlandse taal en spreekwoorden laten zien. Dit deel zal het grootste onderdeel van de reportage worden.
Het laatste deel van de reportage zal een hele korte afsluiting zijn, ook weer door middel van een eerdergenoemde animatie.
Gasten voor deze reportage en voor in de studio zijn: iemand van de makers van Paarse Krokodillentranen, Van Dale, Typhoon, Ed van Eeden, Lucky Fonz III en Faberyayo.
Na de reportage zullen we in de studio een discussie voeren over dit onderwerp, onder andere met iemand van Van Dale. Als deze discussie tegen het einde aan loopt kunnen we een bruggetje leggen naar woorden uit de internettaal en straattaal die ook steeds vaker hun weg de Nederlandse taal in vinden. Dit kan dan een inleiding zijn naar de volgende reportage.

Het tweede onderwerp is dan dat van de internettaal. De reportage zal gaan over de invloed van internettaal (social media) op ons alledaagse taalgebruik. Binnenkort wordt het evenement Veed gehouden in de Westergasfabriek in Amsterdam. Hier komen bekende YouTubers en hun fans bij elkaar en worden onderling awards uitgereikt voor de beste YouTubers.
De reportage zal beginnen met een compilatie van stukjes uit YouTube video’s waarin internettaal gebruikt wordt.
Daarna volgt een interview van Marc van Oostendorp. Marc van Oostendorp is onderzoeker aan het Meertens Instituut en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Hij heeft veel geschreven over onder andere internettaal. In zijn artikel ‘Veranderen nieuwe media de taal?’ schrijft hij dat we social media geheel niet als bedreiging moeten zien op de Nederlandse taal. Hij zegt bijvoorbeeld dat op Twitter vaak helemaal geen afkortingen worden gebruikt en jongeren juist letten op hun taalgebruik, omdat het een openbaar platform is. Bovendien hebben jongeren zich altijd al onderscheiden van andere bevolkingsgroepen in het taalgebruik. Jongerentaal is alleen tegenwoordig meer zichtbaar door het internet.
We vragen hem in de reportage wat internettaal is en of hij denkt dat social media en de internettaal die zich op de online platformen ontwikkelt, invloed hebben op de Nederlandse taal. We zullen hem ook specifiek vragen naar YouTube en de invloed daarvan. Inmiddels is al contact gelegd met Van Oostendorp en hij heeft gezegd graag mee te werken.
Daarna zal aan een bekende Youtuber (wellicht Sophie) de vraag gesteld worden of zij internettaal gebruiken om hun (vaak jonge) doelgroep aan te spreken. Denken de YouTubers invloed te hebben op hun fans? Algemener natuurlijk ook: wat houdt het evenement Veed in? Wat gaan zij daar doen?
Ten slotte komt er nog een docent Nederlands aan het woord. Welke invloed hebben social media op het taalgebruik en op de leerprestaties van middelbare scholieren? Er is een brug te maken tussen dit item en het volgende, omdat er in de omgeving van computertaal en social media vaak Engels wordt gebruikt in plaats van Nederlands.

In de Nederlandse taal worden steeds meer Engelse leenwoorden. De verengelsing komt regelmatig voor in het nieuws, het gaat dan vooral om verengelsing van veelgebruikte woorden zoals kids in plaats van kinderen. Stichting Nederlands laat op hun website zien dat zij zich hier ernstig zorgen over te maken en komen met een uitgebreide argumentatie. In de Nederlandse taal zoals hierboven besproken worden veel Engelse woorden gebruikt: dit wordt het anglicisme genoemd. Naast deze verengelsing gebruiken we veel Engelse woorden op een Nederlandse manier. Deze woorden worden tot een werkwoord vervoegd op de Nederlandse grammatica wijze. Een voorbeeld hiervan is het woord "adapteren". Het wordt nu in het Nederlands gebruikt, maar het woord komt oorspronkelijk uit de Engelse taal. Dit fenomeen wordt lexicologie genoemd; verandering van de taal door vermenging van leenwoorden. Sociolinguïstiek kan ons helpen bij het bespreken van het fenomeen anglicisme.
In deze reportage willen wij een evenwichtig beeld schetsen van zowel burgers en wetenschappers wie tegen (Jan Rouwkens) en “voor” (Ad Backus) het anglicisme zijn. Is het fenomeen wel zo onschuldig? Komt het echt meer voor dat tien jaar geleden en zijn Engelse woorden of geheel Engelse colleges slecht voor het onderwijs aan de universiteit?
Het vak Media, tijd en ruimte, ofwel Media, Time and Space wordt in het Engels gegeven aan Nederlandse studenten, door zowel een Amerikaanse als Nederlandse docent. Waarom eigenlijk? Wat vinden de studenten ervan? Een aantal shots van de gevulde collegezaal waar docent dhr. Niels van Doorn college geeft introduceert de reportage. In de pauze of na het college vragen we studenten: Wat vind je van de Engelse taal op de universiteit? Voegt het toe aan je opleiding? Zou het beter zijn als de docent daadwerkelijk Engels was, of volg je de les liever in het Nederlands? Na de antwoorden vragen we een wetenschapper om uitleg over het gebruik van het Engels als voertaal. Na de introductie interviewen we taalkundigen die zowel voor als tegen het anglicisme zijn.
Conclusie van de reportage: het valt eigenlijk wel mee met de hoeveelheid Engelse leenwoorden en verengelsing in het Nederlands. Taal is namelijk geen nul-som.
Terug in de studio gaan we “verengelsde” woorden terug vertalen naar het Nederlands, zoals ‘Wat de neuk?’. Het is ‘hip’ om Nederlandse spreekwoorden naar het Engels te vertalen, zoals “make that the cat wise” (FaceBook) en “I always get my sin”.

Art-direction/vormgeving
Wat betreft de art-direction gaan we zo veel mogelijk voor een lichte, open sfeer. Er is een grote houten tafel, geen bank, waar de gasten plaats kunnen nemen. Dit nodigt uit tot interactie en discussie tussen de gasten onderling, niet alleen een dialoog tussen een gast en de presentator. Er hangen schermen waarop de reportages afgespeeld worden. Binnen de reportages gebruiken we bij iedere reportage ook dezelfde art-direction, met name in de bijschriften bij de verschillende personen (naam: beroep/titel). Naomi werkt aan een huisstijl, met een vast lettertype, kleurenpatroon en logo.

Line-up
Het programma zou als volgt opgebouwd kunnen worden:
Introductie van het programma door presentator. Vertelt kort over modernisering van Nederlandse taal
Leader (animatie met uitleg titel derde man)
Studio: introductie tafelheer, inleiding reportage
Reportage beeldspraak
Introduceren eerste gast (Van Dale/spreekwoordenboek)
Discussie in de studio over verdwijnen van spreekwoorden en hoe nieuwe woorden worden toegevoegd met iemand Van Dale/spreekwoordenboek.
Introductie reportage internettaal
Reportage over internettaal
Terug in de studio een korte discussie over internettaal
Reportage over verengelsing
Discussie verengelsing
In studio een dictee met deze week Engelse leenwoorden en internetwoorden die opgenomen zijn in het woordenboek
Kort fragment ter afsluiting

Nog te verrichten onderzoek
Elke subgroep zal continu meer research doen, om goed voorbereid de interviews in te gaan. Dit is vooral research naar de personen die geïnterviewd zullen worden, maar ook research naar het onderwerp in het algemeen.

Planning met deadlines
De reportages moeten uiterlijk de laatste week van maart af zijn, want de presentatie ervan is op 31 maart. We gaan alles de komende twee weken filmen en vervolgens gelijk monteren. De bumpers en leader worden in de eerste week van april afgemaakt. Hierna werken we toe naar de opname en maken we het draaiboek. Dit vindt plaats tussen begin april en 19 mei (de opnamedag).

Schatting begroting
In de studio zijn bepaalde dingen nodig, waaronder een tafel, stoelen en bekleding. Hiervoor moet het budget gebruikt worden. We hebben een totaalbudget van €390.

Update 6b

Subgroep 6b is deze week druk bezig geweest met het afnemen van interviews. Woensdag hebben wij Marc van Oostendorp geïnterviewd. Hier ging een hoop research aan vooraf, waardoor we natuurlijk al een vermoeden hadden wat hij ons te vertellen zou hebben. Hij is al meerdere keren op tv geweest en wist dus wel hoe en wat. Gelukkig had hij veel begrip voor ons beginnersgestuntel. Het interview pakte goed uit, we hadden al snel op beeld wat we wilden hebben. Hij is een best goede spreker, dus ik verwacht dat we méér dan genoeg goede quotes hebben voor in de reportage. 
Afgelopen donderdag hebben we Evelien Winters geïnterviewd. Zij is lerares Nederlands op het Montessori Lyceum Amsterdam. Voor dit interview waren we allemaal wat minder zenuwachtig - we hadden de dag ervoor kunnen oefenen bij Marc. Evelien is een hele lieve jonge vrouw, die ons een heleboel wilde vertellen. Iets meer uhm's en herhalingen, wat niet gek is als iemand voor het eerst een camera op z'n koppie krijgt. Ze deed haar best om ons creatieve antwoorden te geven en doordat wij wat minder gespannen waren, hebben we lekker veel beelden geschoten. 
Het plan is om aankomende week nog een derde interview af te nemen voor we beginnen aan het monteren van de reportage.

donderdag 12 maart 2015

In gesprek met Ad Backus over de verengelsing van de Nederlandse taal...

Enkele sfeerimpressies van onze middag op de Tilburg University voor het filmen van het interview met socio-linguist Ad Backus:


Welke vragen we hem hebben gesteld? Zie hieronder!


1. Vertel wie u bent en wat u doet?
2. Wat is het verengelsing?
3. Wat doet verengelsing in positieve zin voor de Nederlandse taal?
4. In hoeverre is Tilburg University een voorbeeld van verengelsing?
5. Wat vind u van verengelsing?
6. Hoe kijkt u aan tegen Engelse woorden als YOLO en de facebookpagina “Make that the cat wise?”
7. Gebruikt u zelf bewust, of onbewust, anglicismen?
8. Wat vindt u van de verengelsing van het Nederlandse onderwijs, vooral op universitair niveau?
9. Zijn anglicismen verloedering van onze taal, of laten deze de moderniteit en flexibiliteit zien?
10. In hoeverre is Engels onderwijs in opkomst door concurrentie op de internationale onderwijsmarkt? 
11. Verengelsing wordt tegenwoordig ook vaak gezien als een beperking van / aanval op het Nederlands. Hoe denkt u hierover?
12. Waarom heet de universiteit van Tilburg nu Tilburg Univerity, en wat vindt u hiervan?

dinsdag 10 maart 2015

Redactiewerk

De Derde Man redactie hard aan het werk om gasten te regelen.

Morgen het interview met Marc van Oostendorp 6B

Marc van Oostendorp
Voor onze reportage over digitalisering van taal, zullen we morgen (11/3) een interview afnemen met Marc van Oostendorp. Overmorgen zal een kort verslagje van het interview online komen. Vragen die zullen worden gesteld tijdens het interview zijn:

  • Wat is internettaal?
  • U heeft een artikel geschreven met de titel Veranderen nieuwe media de taal?, wat was de aanleiding voor het schrijven van dit artikel? Maakte u zich zorgen over de introductie van deze internettaal? Zo ja, waarom?
  • Gebruiken jongeren veel internettaal? Zo ja, waarom?
  • Is internettaal iets wat zich alleen digitaal voordoet of komt het ook terug in alledaags taalgebruik? Zo ja, in hoeverre komt dit terug? Hebben jongeren hier last van?
  • U heeft het in uw artikel specifiek over jongeren; zo stelt u dat het hoort bij het sociolect van deze groep. Denkt u dat de situatie anders is bij ouderen of behoort internettaal volgens u echt bij de jongeren?
  • U schreef dat onderzoek heeft aangetoond dat er geen enkel verband is tussen de mate waarin een leerling gebruik maakt van nieuwe media en de cijfers die dezelfde leerling haalt voor taaltoetsen op school. B
  • egrijpt u de bezorgdheid die toch lijkt te heersen onder ouders?
  • Uit een enquête van Onze Taal bleek dat 66 procent van de bezoekers dacht dat sms zou leiden tot taalverloedering. Waarom denkt u dat men hier zo negatief tegenover staat terwijl we tegelijkertijd massaal gebruik maken van deze internettaal?
  • Kunt u iets vertellen over de verschillende platformen en het gebruik van internettaal? Zit er bijvoorbeeld verschil in het taalgebruik op de verschillende sociale media platformen?
  • Is de situatie nu anders dan toen internet nog echt in opkomst was? (tijd van msn/hyves) Is er bijvoorbeeld sprake van een ontwikkeling in de internettaal?
  • Hoe kijkt u tegen de toekomst aan? Denkt u dat internettaal voor problemen kan zorgen in de toekomst? Zal het dan bijvoorbeeld wel voor verloedering zorgen van de bestaande taal?
  • Tegenwoordig maken we steeds meer gebruik van beeldtaal op internet (denk aan instagram, snapchat, facebookupdates die steeds meer om foto’s draaien), zal hierdoor internettaal verdwijnen?
  • In uw artikel Kun je een nieuwe taal maken stelt u dat taalkundigen twijfelen of dit echt doorgezet kan worden. Is het niet zo dat internettaal al geclassificeerd wordt als een aparte taal?
  • Denkt u dat het gebruik van internettaal samenhangt met verschillende culturen?
  • In beide artikelen zegt u dat mensen best kunnen schakelen (tussen de verschillende talen). Denkt u niet dat hierdoor wel steeds meer internettaal ons algemene taal binnen dringt?
  • Sociale media veranderen te snel, waardoor ze geen invloed kunnen hebben op de taal. Kunt u dit nader toelichten?

We moeten op beeld/audio hebben:
  • definitie van begrip ‘internettaal’
  • doelgroep van internettaal
  • internettaal ook in alledaagse gebruik?

JA! Internettaal heeft invloed op het alledaagse taalgebruik.
  • platform → welke? verschillen?
  • invloed van internettaal → leerprestaties → toekomstperspectief; worden ze serieus genomen? komen mensen die internettaal gebruiken ‘anders’ (dommer, hipper, etc.) over?
  • is dit fenomeen iets tijdelijks?

NEE! Internettaal heeft absoluut geen invloed op het alledaagse taalgebruik.

  • waarom niet?
  • Waarom gebruiken mensen internettaal? (expres woorden fout spellen op internet)
  • kan het veranderen? (uiteindelijk wél invloed gaan hebben op alledaags taalgebruik?)

Research 6B (in het kort)

Onze reportage zal gaan over de invloed van internettaal (social media) op ons alledaagse taalgebruik. Op 23 mei 2015 wordt The Dutch Youtube Gathering gehouden; een evenement waar bekende YouTubers en hun fans bij elkaar komen. De reportage zal beginnen met een compilatie van YouTube-video’s waarin ‘moderne’/internettaal wordt gebruikt. Een voice-over zal vertellen over het evenement.

Marc van Oostendorp
Voor onze reportage zullen we morgen (11/3) een interview afnemen met Marc van Oostendorp. We vragen hem of hij denkt dat (social) media invloed heeft op de Nederlandse taal in het algemeen.

Fijne Vrienden
Aan deze bekende YouTubers stellen we de vraag of zij internettaal gebruiken om hun (vaak jonge) doelgroep aan te spreken. Momenteel wordt er druk gezocht naar een moment om hen te interviewen. Hebben zij invloed op hun fans? Wat houdt het evenement in? Wat gaan zij daar doen?
YouTube is een platform waarop iedereen video’s kan uploaden. Er bestaat een soort Nederlandse community van jongeren die regelmatig video’s uploaden, over allerlei uiteenlopende onderwerpen, waaronder games, mode, make-up en humor. Veel Nederlandse YouTubers vloggen.
Een vlog (een afkorting voor video weblog) is de benaming van een dagboek (Engels: log) op internet, waarbij het grootste deel van het dagboek bestaat uit videobeelden. De vlog is een variant op het blog(afkorting voor weblog), waarbij de inhoud voornamelijk tekst is.

Docent Nederlands
Ten slotte komt een docent Nederlands aan het woord. Evelien Winters zal donderdag (12/3) worden geïnterviewd. Is internettaal een negatieve invloed op het taalgebruik van kinderen? Denkt zij dat leerlingen achteruit gaan in hun Nederlandse taal door het gebruik van sociale media?

Aan de wetenschapper en de docent moeten overeenkomende vragen gesteld worden. We hopen natuurlijk een verschil tussen hun antwoorden te ontdekken.

Snijshots: leraar geeft les, leerling antwoordt en gebruikt internettaal.

Internet bronnen

http://dytg.nl/
  • Zo hoor je vaak zeggen dat de nieuwe media het gebruik van afkortingen in de hand werken. Voor Twitter blijkt dat maar helemaal de vraag. In een verzameling van twitterteksten van de Nederlandse taalkundige Folgert Karsdorp valt op dat twitteraars niet per se korte woorden gebruiken. Het komt eigenlijk juist vaker voor dat zij  woorden extra nadruk meegeven door er letters aan toe te voegen. Het gebruik van afkortingen in tweets is relatief zeldzaam.
  • Anders dan twitteraars schuiven sms’ers en chatters graag woorden of zelfs hele zinsdelen in elkaar. Van woorden of woordgroepen blijven soms maar enkele letters over. Cijfers vervangen woorden of klanken. Tot slot is in sms’jes en chats het fonetisch spellen populair.
  • Waar komt nu het verschil vandaan tussen tweets en sms’ jes? De belangrijkste verklaring is dat berichten op Twitter meestal openbaar zijn, en niet bedoeld voor specifieke geadresseerden.
  • Mondeling hebben jongeren altijd al de behoefte gehad om zich te onderscheiden, en in informele situaties spreken ze, meestal als ze met leeftijdsgenoten zijn, een eigen taalvariant of jongerentaal. Zo’n taal die gebonden is aan een bepaalde sociale groep heet een sociolect. In veel andere situaties, bijvoorbeeld op school, bij hun bijbaantje of thuis is die eigen taal niet op zijn plaats. Jongeren gebruiken daar dan de standaardtaal. Het verschil met vroeger is dat die jongerentaal niet meer alleen een mondelinge taalvariant is, maar dat die ook geschreven wordt. Dat maakt dat de jongerentaal van nu veel zichtbaarder is voor buitenstaanders.
  • Wilbert Spooren, hoogleraar Taal en Communicatie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, liet in een onderzoek onder middelbare scholieren zien dat er geen enkel verband is tussen de mate waarin een leerling gebruikmaakt van nieuwe media (chat, sms en mail), en de cijfers die dezelfde leerling haalt voor taaltoetsen op school. Overigens blijkt uit datzelfde onderzoek dat vooral leraren en leerlingen redelijk optimistisch zijn over de invloed van het gebruik van nieuwe media op hun schrijf- en algehele taalvaardigheid. Ouders zijn wat minder optimistisch, maar toch ook niet zo pessimistisch als sommige journalisten en publieke figuren.

“Sommige taalpuristen gruwelen bij het ‘verloederen’ van het taalgebruik. Voor anderen is het juist een verrijking van de taal met vele nieuwe, creatieve manieren van communiceren.”


“Wanneer ze sociale media gebruiken, letten jongeren extra op het correcte gebruik van het Nederlands 'omdat iedereen het kan zien en je anders voor schut staat'.”

Gevolgen van chat-taal. Voorbeeld van hoe je internettaalgebruik in beeld zou kunnen brengen (wel al uit 2008!): http://www.eenvandaag.nl/binnenland/33657/de_gevolgen_van_chat_taal. Internet is eigen manier van taal gebruiken, niet per definitie negatief. Creatieve manier van omgaan met taal. Docent Nederlands maakt zich wel zorgen.

Jongerentaal item klokhuis: http://www.npo.nl/het-klokhuis/08-09-2009/NPS_1135101. Ook al uit 2009. Toen was het echt een trend, met hyves en msn. Nu ook nog? Gekke afkortingen als ‘ff’ worden voor mijn gevoel niet meer zo gebruikt, misschien interessant te onderzoeken?


(“1. Media beïnvloeden de taal zelden of nooit. 2. De sociale media veranderen veel te snel. 3. De sociale media passen zich eerder aan de taal aan dan andersom. 4. De mensen kunnen best schakelen”)

http://www.decommunikater.nl/welkom/uit-het-nieuws/invloed-internet-sociale-media-op-taal/
“Met de komst van allerlei nieuwe media nam ook het gebruik van Engelse woorden toe. Denk aan e-mail, blog, (web)site, hacken of search engine optimisation.Verengelst het Nederlands? Een illustratief onderzoek op OnzeTaal, deze week, maakt duidelijk dat dat in elk geval meevalt. De onderzoekster vergeleek kranten uit 1994 en 2012 op Engels taalgebruik. Wat blijkt? Het gebruik van Engelse woorden is amper toegenomen. We gebruiken vooral veel woorden uit de Romaanse talen, zoals Latijn en Frans. Niemand die zich daarmee bezighoudt, want die woorden bestaan al heel lang”
Onderzoek om social media taal juist positief te gebruik in onderwijs mbo: “Social media toepassingen maken het mogelijk om op eenvoudige wijze ervaringen te delen. Uit het onderzoek blijkt dat social media, mits voldaan wordt aan enkele condities, mogelijkerwijs een brug kunnen slaan tussen het taal en rekenonderwijs op school en de ervaringen die mbo-studenten in privé-tijd al opdoen met taal en rekenen.”

twitter stelt een nieuwe taal beschikbaar - een kinderlijke vorm van Engels, afkomstig van de internet-meme ‘lolcat’.

Nederlands nummer 8 in de twittertalen hitlijst


Researchdossier Marc van Oostendorp
Marc van Oostendorp (1967) is senior-onderzoeker op het Meertens Instituut en hoogleraar aan de Universiteit Leiden. Daarnaast heeft Van Oostendorp diverse boeken en artikelen over taal geschreven, onder andere voor NRC Handelsblad en Onze taal. Ook verzorgt hij een bijna dagelijkse column in het elektronisch tijdschrift voor neerlandistiek en geeft hij de gratis nieuwsbrief Taalpost uit.
Van Oostendorp zegt zelf over zijn fascinatie voor taal dat dit gebaseerd is op het feit dat alle taal voor alle mensen natuurlijk is, maar tegelijkertijd ook bedacht is en dus kunstmatig.
 
Over Veranderen nieuwe media de taal
Samen met Vivien Waszink (1977) heeft Van Oostendorp een artikel geschreven over of het gebruik van nieuwe media de taal verandert (Veranderen nieuwe media de taal). In dit artikel wordt er gekeken naar de mate waarin taal verandert onder invloed van moderne media. Om deze vraag te beantwoorden kijken de twee taalexperts naar media als Twitter en Sms. De angst bij Twitter is dat het, het gebruik van afkortingen in de hand werkt; je moet immers in 140 lettertekens iets zeggen. Hier betrekken Waszink en Van Oostendorp de Amerikaanse taalkundige Mark Liberman bij. Hij vergeleek eind 2011 de woordlengte van honderd tweets met de woordlengte in Hamlet van Shakespeare en in de verhalen van P.G. Wodehouse. Hieruit bleek dat de gemiddelde woordlengte op Twitter langer is dan bij de literaire schrijvers. Bij Twitter valt op dat men woorden niet verkort, maar juist langer maakt om meer nadruk te leggen op het woord. Anders dan bij Twitter maken sms’ers woorden juist vaak aan elkaar vast. Een verklaring hiervoor is dat sms’jes worden verstuurd naar mensen die je kent, het is gericht aan een specifiek persoon. Twitter is meer openbaar. Hoewel veel mensen bang zijn dat internettaal voor verloedering van de Nederlandse taal zorgt, heeft onderzoek aangetoond dat  er geen enkel verband is tussen de mate waarin een leerling gebruik maakt van nieuwe media en de cijfers die dezelfde leerling haalt voor taaltoetsen op school.
Over Neder-L: 4 redenen waarom de taal niet door sociale media wordt aangetast
Van Oostendorp schrijft regelmatig columns in het elektronische tijdschrift voor de Neerlandistiek. In zijn column 4 redenen waarom de taal niet door sociale media wordt aangetast kijkt Van Oostendorp met een nuchtere kijk hierna en noemt 4 redenen waarom taal niet wordt aangetast door sociale media:
1. Media beïnvloeden de taal zelden of nooit: Van Oostendorp stelt dat er geen aanwijzingen zijn dat de taal nu sneller verandert dan in het verleden (als dit al te meten zou zijn). Wat echt belangrijk is bij taalverandering is het onderlinge contact (fysiek).
2.     De sociale media veranderen veel te snel: De ‘invloed’ van nieuwe media verandert steeds, en is het dus niet aannemelijk dat iets echt voor verandering zorgt.
3.     De sociale media passen zich eerder aan de taal aan dan andersom: taal dient van oudsher ervoor om kort verslag te doen van alledaagse werkzaamheden en hier past internettaal zich sneller op aan dan de algemene taal.
4. De mensen kunnen best schakelen.  
Het interview met Van Oostendorp vormt zowel de inleiding als de basis voor de reportage. Hij wordt geïnterviewd over de invloed van internettaal op de Nederlandse taal en naar aanleiding daarvan worden vragen gesteld aan bekende YouTubers op het daarvoor georganiseerde evenement Veed in de Westergastfabriek in Amsterdam. Omdat Van Oostendorp positief is over internettaal en er zeker van is dat deze taal niet zorgt voor verloedering van de Nederlandse taal, komen er ook bezorgde ouderen (ouders) aan bod. Hierdoor komen er diverse meningen naar voren over het gebruik van internettaal en wordt het geen langdradig fragment. Hier kan ook rekening mee worden gehouden in de montage; meningen kunnen tegen over elkaar worden gezet waardoor er een soort discussie ontstaat.  De locatie van het interview kan het kantoor van Van Oostendorp zijn; hierdoor krijgt de kijker een goede indruk van het werk van Van Oostendorp. Snijshots in het interview kunnen bestaan uit beeldmateriaal over zijn boeken, zijn werk (zijn blog of artikelen) of bijvoorbeeld de Universiteit Leiden. Ook kunnen er voorbeelden van internettaal dienen als snijshots. Wanneer Van Oostendorp bijvoorbeeld een voorbeeld geeft waarin hij het over samengevoegde sms woorden heeft, kan er daar een voorbeeld van worden laten zien.

dinsdag 3 maart 2015

Research voor groep 6A tot nu toe


Ons programma
We zijn de afgelopen weken vooral bezig geweest met het bedenken van een concreet plan voor ons programma, en ook het bedenken en uitschrijven van de reportages. We zijn met de hele groep tot een besluit gekomen dat onze definitieve researchvraag nu “hoe zie je de modernisering van taal terug in de Nederlandse taal?” moet zijn. Wij hebben hiermee ons programma verdeeld in drie onderwerpen, namelijk spreekwoorden, verengelsing en digitale taal. Subgroep 6a richt zich op het onderwerp spreekwoorden, en zal hier een reportage en studiotijd voor indelen.
             Naar aanleiding van Paarse krokodillentranen willen wij een reportage maken over de spreekwoorden van de Nederlandse taal. Oude spreekwoorden lijken uit te sterven, is dit zo of kennen mensen de spreekwoorden nog? We willen op straat de gewone Nederlander ondervragen over zijn/haar kennis van de Nederlandse spreekwoorden. Als uit de reportage blijkt dat deze kennis ondermaats is, kunnen we inhaken op dat waar Paarse krokodillentranen mee bezig is. In onze reportage kunnen we hun interviewen over wat zij aan het doen zijn: het beschermen van Nederlandse spreekwoorden door oude in nieuwe om te zetten.
De reportage zal als volgt worden ingedeeld:
-          Introductie aan de hand van een animatie. Hiervoor hebben wij verschillende voorbeelden gevonden, en wij zijn van plan om iets soortgelijks te maken als introductie voor onze reportage.

Tijdens deze animatie zullen wij de reportage inleiden. Deze inleiding zal iets weghebben van: “Spreekwoorden bestaan al heel lang, maar de taal en de tijd waarin we leven veranderen continue. Sommige spreekwoorden zijn hierdoor niet meer van toepassing op de huidige cultuur. Kunnen mensen vandaag de dag oude spreekwoorden nog wel begrijpen?”
Dit vormt een bruggetje naar het tweede onderdeel van onze reportage:
-          In het tweede deel zullen wij mensen op straat gaan vragen naar oude spreekwoorden. Wij leggen deze mensen de spreekwoorden voor, en vragen of zij ze herkennen en of ze weten wat ze betekenen. Voorbeelden van spreekwoorden die wij hier voor zullen gebruiken zijn:
•          Niemand zoekt een ander in den oven, of hij is er zelf in geweest
•          Iedere soldaat heeft een maarschalksstaf in zijn ransel
•          Een vette gans bedruipt zichzelf
•          Ledigheid is des duivels oorkussen
•          Een adder aan zijn borst koesteren
•          Met hoge heren is het kwaad kersen eten
•          Je ergens met een ‘Jantje van Leiden’ van afmaken
Wij sluiten dit deel dan af met een voice-over of een stukje presentatie, waarbij het er op neer zal komen dat oude spreekwoorden bijna niet meer herkend worden. Dit slaat daarmee een bruggetje naar het derde deel van de reportage.
-          Het derde deel zal een interview zijn met de oprichters van Paarse Krokodillentranen. Zij steken oude spreekwoorden in een nieuw jasje, waardoor zij goed de modernisering van de Nederlandse taal en spreekwoorden laten zien. Dit deel zal het grootste onderdeel van de reportage worden.
-          Het laatste deel van de reportage zal een hele korte afsluiting zijn, ook weer door middel van een eerdergenoemde animatie.

Gasten
Gasten die wij voor de reportage, en het vervolg in de studio, hebben benaderd zijn:

Paarse Krokodillentranen
“Paarse Krokodillentranen is een spel waarin we op zoek gaan naar verse spreekwoorden. Niet gemakkelijk. De meeste spreekwoorden wachten al sinds de Gouden Eeuw op een waardige opvolger. Daarom bekronen we de woordkunstenaar die dit het beste doet tot Grootste Taalvirtuoos van Nederland! Stem iedere week op jouw favoriete nieuwe spreekwoord en bepaal zo wie we terug zien in de finale.”
Paarse Krokodillentranen is opgericht door Laurens Bosman en Wilmar Verprille. Wij zullen proberen een interview te regelen met één of beide mannen, en zullen dit in onze reportage verwerken.

Van Dale
Van Dale is een bedrijf dat het bekendste Nederlandse woordenboek publiceert. Zij voegen elk jaar nieuwe woorden aan het woordenboek toe, waaronder ook woorden die pas geleden ontstaan zijn. Zij weten dus als beste af van de modernisering van Nederlandse woorden. Wij hebben de redactie van Van Dale benaderd, en gevraagd of wij iemand mogen uitnodigen voor gesprekken in de studio. Een redacteur van de Van Dale zou een goede toevoeging zijn aan ons programma, omdat hij/zij ons van alles kan vertellen over moderne taal, zowel woorden als spreekwoorden.

 Ed van Eeden
Ed van Eeden, Nederlands schrijver, vertaler en journalist. Hij heeft al vele boeken uitgebracht, waaronder veel politieromans. Maar ook schreef hij het Groot Spreekwoordenboek. Ed van Eeden studeerde Nederlands, filosofie en Algemene Literatuurwetenschap. Sinds 1989 werkt hij als freelance (literair) journalist, publicist en vertaler (o.a. van Amin Maalouf en John Updike). Hij was tevens werkzaam bij Boekblad en is een van de tekstschrijvers van Ook dat nog! (KRO). Van Eeden heeft dus ontzettend veel kennis van de Nederlandse taal, waarvoor hij zeer geschikt zal zijn voor ons programma. In eerste instantie is het een mogelijkheid om hem uit te nodigen in onze studio. Maar in het geval dat de initiatiefnemers van Paarse Krokodillentranen besluiten om niet aan onze reportage deel te nemen, zou van Eeden ook een goede geschikte kandidaat zijn voor een interview in onze reportage.

Typhoon
Glenn de Randamie, oftewel Typhoon, is een Nederlandse rapper/zanger die de afgelopen jaren ontzettend populair is geworden. Hij heeft al verschillende awards en prijzen gewonnen. Typhoon gaat op een heel eigenzinnige manier met taal om, en verwerkt dit ook in zijn muziek. Hierdoor zouden wij hem een geweldige aanwinst vinden voor ons programma. Hij zou een goede aanvulling zijn in de studio, en een jonge visie kunnen geven op taal.

Lucky Fonz III
Lucky Fonz III, geboren als Otto Wichers, is een Nederlandse singer-songwriter, en staat vooral bekend om zijn beeldende teksten. Door de manier waarop Wichers met muziek en taal omgaat zou ook hij een goede aanwinst zijn voor ons programma. Ook hij zou goed in de studio passen, om een frisse kijk te kunnen geven op taal.

Faberyayo
Pepijn Adriaan Lanen, artiestennaam Faberyayo, is bekend geworden als rapper bij het trio van De Jeugd van Tegenwoordig. Deze groep heeft al heel veel hitjes op hun naam staan, en heeft al een aantal jaren een goede reputatie in het Nederlandse muzieklandschap. Net als Typhoon en Lucky Fonz III, gaat Faberyayo op een heel creatieve manier om met taal in zijn muziek. Ook hij zou daarom goed in de studio passen voor ons programma, en op een eigen manier zijn visie op taal kunnen delen met ons.